[Perz. bazar], m. (-s),
1. (overdekte) marktplaats of winkelwijk in oosterse steden;
2. winkel waar allerlei artikelen meestal tegen uniforme prijs worden verkocht: de 30-cents bazaar;
3. verkoping van vrijwillig afgestane voorwerpen voor een liefdadig doel;
4. (Bargoens) politiebureau; een bazarretje krijgen, bekeurd worden, tegen de lamp lopen.