Fulgencio, Cubaans militair en politicus, *16.1.1901 Banes (prov. Oriente), ♰6.8.1973 Marbella (Spanje).
Batista, zoon van een landarbeider, was als landarbeider, timmerman, onderwijzer ensoldaat werkzaam tot hij in 1933 als sergeant een leidende rol speelde in de militaire opstand die president Machado ten val bracht. Van 1933—40 hield Batista zich op de achtergrond, maar had als stafchef van het leger de feitelijke macht in handen, waarbij hij diverse presidenten benoemde en ontsloeg.
Tussen 1940—44 was hij president. Ook daarna behield hij grote invloed. Batista stelde zich in 1952 weer kandidaat, maar pleegde vlak vóór de verkiezingen een militaire coup, waarbij president Sacarros werd verdreven. Batista nam de macht in handen, gelegaliseerd door verkiezingen in 1954 waarbij Batista de enige kandidaat was, nadat zijn oude tegenstander Grau San Martin (president van 1944—48) en mededinger zich uit protest had teruggetrokken. Dalende suikerprijzen, stijgende economische moeilijkheden, toenemend verzet en opstanden tegen zijn groeiend dictatoriaal bewind, culminerend in de guerrillaoorlog onder leiding van Fidel Castro (1956), dwongen hem te vluchten (1.1.1959). Hij vestigde zich op Madeira en later in Spanje.
Zijn bewind was pro-Amerikaans. Werk: Cuba betrayed (1962).