Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Batholiet (batoliet)

betekenis & definitie

[Gr. bathys, diep, lithos, steen], m. (-en), de grootste aaneengesloten massa van stollingsgesteenten die men kent.

Batholiet is een intrusie van de in de aardkorst opgestegen en daar tot dieptegesteente gestold magma (zie plutonisme). Een batholiet meet een tiental tot enige honderden km in diameter en is enige km dik. Het gesteente is meestal van granietachtige samenstelling. Het ontstaan van granietachtige batholieten is gebonden aan een laat stadium van de orogenese op tien tot enige tientallen km diepte. Door latere opheffing en erosie van het gebergte kunnen zij aan de oppervlakte komen. De vloer is echter nooit direct waargenomen. Een stollende batholiet kan als magmahaard fungeren en zo de aanleiding zijn tot vulkanisme.

< >