naam van een middeleeuws gilde van klerken bij Franse gerechtshoven, dat zijn privileges ontving van Filips de Schone (1302). De leden van de Basoche legden zich vermoedelijk sinds de 14e eeuw toe op het spelen van satirieke toneelstukken, voornamelijk op vastenavond.
Bekend waren de sedert 1442 aangetoonde opvoeringen van de Parijse Basoche du Palais.In 1486 speelde men een farce van Henri Baude, waarin de jonge Karel VIII als een zuivere bron werd voorgesteld die door de hovelingen wordt bevuild opdat zij in troebel water kunnen vissen. Auteur en spelers werden daarop gearresteerd, maar zij werden spoedig weer vrijgelaten. Lodewijk XII (1498-1515) schakelde de Basochiens in zijn politieke propaganda in en Frans I (1515-47) censureerde hun spelen; onder Hendrik III (1547-89) hielden zij op.
LITT. L.A. Fabre, Études historiques sur les clercs de la Basoche (1856); L. Petit de Julleville, Les comédiens en France au moyen-âge (1885); L. Petit de Julleville, La comédie et les mœurs en France au moyen-âge (1896); H. Harvey, The theatre of the Basoche (1941).