Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Basismeting

betekenis & definitie

v. (-en), werkmethode in de geodesie om de lengte van een zijde van een driehoeksnet te bepalen.

Bij basismeting meet men een basis in een gunstig terrein in de omgeving van de driehoekszijde en brengt deze lengte door meting van een basisnet over op de driehoekszijde. Meestal voert men een basismeting uit met behulp van draden van invar. Vroeger werd de basismeting uitgevoerd met meetstaven. Deze meting ging langzamer en was minder nauwkeurig.

Basismeting is niet steeds gekoppeld aan een driehoeksnet, maar wordt ook wel gebruikt om een mogelijkheid te verkrijgen voor het ijken van meetbanden en -draden. Een moderne methode voor basismeting ten behoeve van ijken van lengtemeet-apparatuur is ontwikkeld door de Fin Y. Väisälä, waarbij (door middel van lichtinterferentie) de lengte van de basis wordt uitgedrukt in de golflengte van rood cadmiumlicht. Deze methode is in 1957 in Nederland toegepast, teneinde in de Loenermark op de Veluwe een ijkbasis te meten, bestaande uit een vijftal pijlers. Reeds eerder (1913) was nabij Stroe o.a. met behulp van een meetstaaf van invar (4 m lang) de basis van het Ned. hoofddriehoeksnet gemeten.

< >