Jean, Frans rechtsgeleerde, *15.3.1674 Béziers, ♱3.5.1744 Groningen. Barbeyrac, zoon van een calvinistisch predikant die ten tijde van de opheffing van het Edict van Nantes (1685) Frankrijk moest verlaten, studeerde theologie te Lausanne en natuur- en volkenrecht te Berlijn.
In 1711 werd hij hoogleraar te Lausanne, een post die hij na een theologisch geschil in 1717 verliet om in Groningen publiek recht te gaan doceren.Hij was een voorstander van tolerantie, wat zich in zijn werken uit: Traité de la morale des Pères de l’Église (1728), waarvan het gedeelte over de verdraagzaamheid in 1734 in het Ned. werd vertaald. Barbeyrac verkreeg grote vermaardheid door zijn geannoteerde vertalingen van werken van bekende juristen als Bijnkershoek, Hugo de Groot, Noodt en Pufendorf. Vooral zijn Franse vertaling, met inleiding, van De iure naturae et gentium van Pufendorf (2 dln. 1750) en zijn Le droit de la guerre et de la paix (2 dln. 1724), naar De Groots De iure belli ac pacis, kregen grote bekendheid.
LITT. P.Meylan, J.Barbeyrac, 1674-1744 (1937).