m., in de muziek de vorm van het lied zoals het bij de Meistersinger en later in het evangelische kerklied gebruikelijk werd.
Het schema is a, a, b, d.w.z. dat de eerste twee delen (de stollen) van de melodie aan elkaar gelijk zijn en het derde deel (Abgesang) zelfstandig is. De melodieën van het Ned. volkslied Wilhelmus van Nassauen en van het kerklied Eine feste Burg zijn voorbeelden van deze vorm.