Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bankschroef

betekenis & definitie

v./m. (-ven), op of aan een werkbank bevestigde inrichting voor het klemmen van te bewerken werkstukken.

In de houtbewerking gebruikt men houten voer- en zijtangen (al naar hun plaats aan de werkbank, die zelf het ene klemvlak vormt). Het beweegbare vlak wordt met een stalen schroefpindel aangedraaid.

Bankschroeven voor metaalbewerking zijn gewoonlijk van gietijzer of staal. Het voetstuk van de ‘vaste’ bek (klemvlak) is al of niet vast op de werkbank bevestigd. De beide onderaan verlengde bekken van de staartbankschroef scharnieren om hun ondereinde. Dit type wordt weinig meer toegepast omdat de kleurvlakken maar in één stand evenwijdig zijn. Van moderne typen is de ‘losse’ bek van rechtgeleidingen voorzien. Van snelspaninrichtingen wordt de ‘losse’ bek niet met een schroefas verplaatst, maar met de hand en vervolgens met een halve slag van de hefboom vastgeklemd.

Sommige typen zijn in het verticale en/of horizontale vlak verstelbaar. Een bankschroef op een bewerkingsmachine noemt men machineklem.

< >