[Eng.], v./m., centrale verrekening van onderlinge vorderingen en schulden van de banken, waarbij de saldi van de dagelijkse mutaties worden bepaald en vereffend.
In Holland bestond reeds vroeg in de 18e eeuw een clearingsysteem (zie clearing) tussen bankiers ter beperking van geldtransporten dat veel internationale belangstelling trok. In 1773 ontstond in Londen het eerste gespecialiseerde clearing house. In Nederland vindt de bankclearing plaats onder toezicht van de Ned. Bank. Iedere werkdag komen vertegenwoordigers der aangesloten banken driemaal daags samen om hun onderlinge vorderingen en schulden te verrekenen. Na de onderlinge compensaties overblijvende nettoschulden of -vorderingen worden afgeschreven van of bijgeschreven op de rekeningen die de banken bij de Ned.
Bank aanhouden. Via de bankclearing worden twee grote betaalstromen geleid; enerzijds de massabetaalopdrachten die bestemd zijn voor cliënten van aangesloten banken (zgn. pakjes-clearing, veelal kleinere betaalopdrachten; eerste clearing om ca. 10.30 uur) en een qua geldvolume veel belangrijker tweede clearing om 12 uur/12.30 uur, waarin de grotere bedragen worden verwerkt, ontstaan uit b.v. financiële transacties, opdrachten van buitenlandse correspondenten, onderlinge betalingen uit effectentransacties op de beurs.
Om 15.30 uur vindt nog een derde clearing plaats om kleine onderlinge verschillen te verrekenen met juiste valuta, het zgn. terugvaluteren door overboeking van corresponderende rentebedragen. Belastingbetalingen worden door de bank buiten de clearing om afgewikkeld, rechtstreeks met de Ned. Bank als kassier van de overheid. Het betalingsverkeer met banken die geen clearing-lid zijn verloopt voor het geregelde verkeer via aparte rekeningen bij de andere banken: ook wordt de Ned. Bank hiervoor benut. Bankclearingen (verrekenkamers) bestaan in Amsterdam, Rotterdam en ’s-Gravenhage.
In Amsterdam zijn een tiental banken bij het omvangrijkste betalingsverkeer aangesloten. In de beide andere plaatsen zijn zij echter van geringe betekenis (resp. zeven en zes deelnemers). De totale clearingomzet beliep f556 mrd. in 1974; Amsterdam f538 mrd., Rotterdam f 14 mrd. en ’s-Gravenhage f3 mrd. Het giroverkeer bij de Ned. Bank beliep in 1974 f1204 mrd.
Niet het gehele betalingsverkeer van de banken wordt via de bankclearing geleid, m.n. niet a. het buitenlandse betalingsverkeer (een bedrag gelijk aan ongeveer de reële im- en exporttransacties en het grootste deel van de zgn. kapitaaltransacties met het buitenland van de banken), tenzij de staat als opdrachtgever optreedt, en b. alle betalingen die via de bankgirocentrale worden geleid.
In België bestaan verrekenkamers bij elk filiaal van de Nationale Bank van België. Behalve vrijwel alle banken zijn ook openbare instellingen, zoals de Postcheckdienst, het Herdiscontering- en Waarborginstituut en het Gemeentekrediet bij de verrekenkamers aangesloten. Iedere werkdag vinden doorgaans twee zittingen plaats.
LITT. L.G.van den Berge, Het giroverkeer in Nederland (1939); W.R.T.I.M.van der Does de Willebois, Het Ned. alg. bankwezen (2 dln. 1974).