benaming voor een landschap tussen de Tisza, de Mureş, de Donau en de Ternes, 28000 km2. Het gebied heeft een zeer gemengde bevolking.
Het is vooral in het westen zeer vruchtbaar: verbouw van tarwe, suikerbieten, maïs, zonnebloemen en rijst.In het zuidoosten bevindt zich het Banater Gebergte, dat rijk is aan ertsen: ijzer, lood, zink, koper, chroom, mangaan en uranium. Mede door de aanwezigheid van steenkool ontstond hier reeds vroeg een ijzerindustrie (Reşita). Het Banater Gebergte vormt de tussenschakel tussen de Transsylvanische Alpen en het Balkangebergte.
Vanaf de 9e eeuw was het gebied een deel van Hongarije. In de 16e eeuw werd het veroverd door de Turken, die in 1718 door Oostenrijk werden verdreven. In 1779 werd het gebied bij Hongarije gevoegd. Na de Eerste Wereldoorlog werd het Banaat verdeeld tussen Roemenië en Joegoslavië.