(sloeg bal, heeft balgeslagen), naam voor diverse balspelen die men op straat beoefende.
Merendeels zijn het verdwenen balspelen, die beoefend werden op straten en pleinen, soms op een afgeperkt veld (‘in ’t krijt’), of op het ijs. 8-16 jongens of mannen verdeelden zich in twee gelijke partijen. Bij sommige spelvormen was het de bedoeling de bal uit het eigen kamp weg te houden en zo ver mogelijk in het andere kamp te werpen; bij andere, sterk aan kaatsen en kastie verwante vormen, speelde een slagpartij (meestal met slaghout) tegen een vangpartij.
LITT. J.ter Gouw, De volksvermaken (1871).