[Port. bailadeira, danseres], v. (-s), Europese benaming voor Indische tempeldanseres (Eng.: nautch girl).
De bajadères waren voor een deel de devadasis (slavinnen of dienaressen der goden), die aan een tempel verbonden waren en die o.a. tot taak hadden de tempels met bloemen te versieren, de godenbeelden op te smukken en bij gelegenheid van optochten de lof der goden te zingen.