Alexander, Schots filosoof en psycholoog, *11.6.1818 Aberdeen, ♱18.9.1903 Aberdeen. Bain, zoon van een wever, was een autodidact; hij werd later assistent van een hoogleraar filosofie te Aberdeen.
Hij onderhield contacten met utilitaristische kringen in Londen en was betrokken bij de uitgave van J.S.-MILL’S System of Logic.Van 1860-80 was hij hoogleraar logica en retorica in Aberdeen. In 1876 richtte hij het tijdschrift Mind op.
Bain was kritisch aanhanger van de associatiepsychologie (zie associatie), onvoldaan over de belangrijke plaats die de introspectie in die analyses innam en wilde deze door fysiologische observatie vervangen zien. In zijn studie over de wil ontwikkelt hij de gedachte, dat de ledematen niet zijn op te vatten als hefbomen die, zelf geheel passief, in beweging worden gezet, maar dat zij beschikken over een eigen spontaneïteit. Juist de ervaring van deze eigen activiteit is de basis voor het geloof in een buitenwereld. Daarom zijn overtuiging en handelen, theorie en praktijk, voor Bain met elkaar verbonden. Inzoverre verlaat hij enigszins de mechanistische zienswijze van de associationisten en is hij te beschouwen als een voorloper van het pragmatisme. Met zijn Manual of Rhetoric (1864) leverde Bain een nog altijd gewaardeerde bijdrage tot de retorica. Werken: The senses and the intellect (1855), The emotions and the will (1859), On the study of character (1861), Mental and moral Science (1868), Logic (1870), Mind and body (1872), James Mill, a biography (1882), John Stuart Mill, a criticism with personal recollections (1882).
LITT. W.L.Davidson, Professor Bain’s philosophy (in: Mind, 1904, blz. 161-179); H.C.Warren, A history of the association psychology (1921); S.Potter, The muse in chains (1937).