[Eng.], v./m., bij b.v. (tafel)tennis en badminton de speelwijze waarbij het racket zo gehouden wordt dat de arm voor de borst langs gekruist wordt en de rug (back) van de hand naar het speelnet gekeerd is.
De back-hand wordt vooral door beginnende tennisspelers beschouwd als een van de moeilijkste slagen van het spel. Anderzijds is zij een van de natuurlijkste slagen, aangezien de doorzwaai (het zgn. ‘nawijzen’ van de geslagen bal met het racket) niet door het lichaam wordt bemoeilijkt zoals bij de fore-hand het geval is. Het aantal tennissers met een technisch perfecte back-hand is ook onder topspelers betrekkelijk gering. Werkelijk ‘klassiek’ zijn de back-hands van Lew Hoad, Ken Rosewell en Tom Okker.
LITT. L. Hoad, The backhand myth (in: J.Pollard, Lawn-tennis, the Australian way 1964).