Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Baarsachtigen

betekenis & definitie

m. (mv.), grote groep vissen, gekenmerkt door een benig skelet en stekelige vinnen. © De orde van de baarsachtigen, Perciformes, behoort tot de stekelvinnigen (Acanthopterygii). Zij vormen wellicht de vormenrijkste orde van de beenvissen (Osteichthyes), fossiel bekend vanaf het Krijt.

De baarsachtigen zijn gekenmerkt door een afgesloten zwemblaas (zie fysoclist), gewoonlijk twee rugvinnen, soms verbonden, de voorste met stekels, en buikvinnen met één stekel en vijf weke stralen; vele afwijkingen komen voor.De schubben zijn vaak ctenoïd. De orde omvat 20 onderorden, o.a. baarzen (Percoidei), barracuda’s (Sphyraenoidei), botervissen (Blennioidei), doktersvissen (Acanthuroidei), grondels (Gobioidei), harders (Mugiloidei), Kurtus (Kurtoidei), labyrintvissen (Anabantoidei), lipvissen (Labroidei),makreelachtigen, papegaaivissen (Scaridei), pietermannen (Trachinoidei), pitvissen (Callionymoidei),slijmvissen, smeltachtigen (Ammodytoidei), speervissen (Scombroidei), stekelalen (Mastacembeloidei), sterrekijkers (Trachinoidei), zeewolfachtigen (Blennioidei), zeilvissen, zwaardvissen (Scombroidei), zwartepiet en verwanten (Stromateoidei). Opmerkelijk is het verlies van het gezichtsvermogen bij sommige grondels die in grotten leven.

< >