v. (-en), verzakking van de baarmoeder in de schede ten gevolge van een verminderde draagkracht van de horizontale bekkenspieren.
De meest frequente liggingsafwijkingen van de inwendige genitalia zijn prolaps of verzakking van schede en baarmoeder, en verplaatsing van de baarmoeder. Prolaps komt frequenter voor bij vrouwen die bevallingen hebben gehad en wordt zelden gezien bij kinderloze vrouwen. Naargelang de graad van verzakking onderscheidt men een eerste, tweede en derde graad. In het laatste geval is de verzakking zodanig uitgesproken dat de baarmoeder en de schede te voorschijn komen. Indien de schedewand uitzakt en het de voorwand (tussen schede en blaas) betreft, dan spreekt men van cystocele, betreft het de achterwand (tussen schede en darm), dan spreekt men van retrocele of enterocele. Prolaps kan veel hinder veroorzaken, vooral bij staan, lopen en inspanning. Een ring (pessarium) kan tijdelijk verbetering geven, doch voor een blijvend resultaat is een plastische operatie in de meeste gevallen aangewezen.