[Lat. axis, as], bn. enbw.,
1. de as volgend; volgens of ten opzichte van de as: zie axiale symmetrie; een axiale opstelling; zie axiale vector;
2. behorend tot de as of die (mede) vormend: de axiale kabel in een luchtschip;
3. gekenmerkt door een bepaalde beweging om een as: axiale stoomturbine, schoepenpomp.