Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Avondondenvijs

betekenis & definitie

o., in Nederland:

a. onderwijs ter vervanging van dagonderwijs dat een leerling niet of niet geheel heeft kunnen volgen;
b. onderwijs ter verkrijging van bekwaamheden waarvoor geen dagopleiding bestaat.

Nederland. Er zijn avondscholen voor:

1. voorbereidend hoger onderwijs, avondgymnasia en avondathenea, meestal gecombineerd tot avondlycea. De cursusduur is gewoonlijk korter dan die van de overeenkomstige dagscholen, omdat alleen leerlingen worden toegelaten, die reeds meer ontwikkeling dan slechts die van de lagere school hebben. Meestal wordt het mavodiploma verlangd.
2. mavo. Er is een sterke ontwikkeling van avondlycea en avondmavo’s, heel vaak gecombineerd tot avondscholengemeenschappen. De groei blijkt uit de volgende getallen. In 1971 waren er 43 scholen met 15627 leerlingen, in 1972 66 scholen met 22694 leerlingen! (ontleend aan het CBS).
3. handelsonderwijs. De handelsavondscholen, die niet zijn omgezet in mavo’s trekken minder belangstelling. Van 1971 op 1972 is hun aantal gedaald van 137 scholen met 19169 leerlingen tot 118 scholen met 15645 leerlingen.
4. middelbaar technisch onderwijs. Deze scholen trokken in 1970 3342 leerlingen, in 1971: 3370.
5. hoger technisch onderwijs. Deze avondscholen hadden in 1971 425, in 1972 381 leerlingen.
6. landbouwonderwijs, gegeven in scholen (1970: 1548, 1971: 1521 leerlingen) en in cursussen (1970: 6473, 1971: 6246 deelnemers).
7. Er is nog veel meer onderwijs dat in de avond wordt gegeven, b.v. voor de scheepvaart en voor sociaal werk.

Van avondonderwijs waarvan equivalent dagonderwijs ontbreekt, wordt genoemd: opleiding hoofdkleuterleidster (1 jaar), opleiding lagere akten (Frans, Duits, Engels, wiskunde e.d.), opleiding MO-akten (sinds kort ook dagcursussen), avondnijverheidsonderwijs voor hogere beroepsgraad of onderwijsbevoegdheid bij het nijverheidsonderwijs, opleiding nijverheidsakten.

België. Hier valt het avondonderwijs onder het zgn. onderwijs met beperkt leerplan, waarvan verreweg de meeste cursussen vallen op doordeweekse avonden (sommige op voor- of namiddagen, sommige op zondag). Merendeels valt het avondonderwijs onder gemeentelijk onderwijs. In categorieën ziet men het avondonderwijs in de sector technisch en beroepsonderwijs (handels- en vakscholen) van de lagere secundaire graad, voor een geringer deel in dat van de hogere secundaire graad (gevorderd handels- en vakonderwijs). Verder is er een belangrijke sector kunstonderwijs met beperkt leerplan, alsook een pedagogische leergang (lagere technische normaalleergangen) ter bekwaming tot het les geven in het technisch en beroepsonderwijs van de lagere graad.

< >