Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Aviveren

betekenis & definitie

[Fr. aviver, levendig maken, Lat. vivus, levend] (aviveerde, heeft geaviveerd),

1. een behandeling van vezels, garens, e.d. teneinde hun eigenschappen te verbeteren;
2. (chirurgie) een verse wondrand doen ontstaan, die meer kans op heling biedt.

In de textielindustrie wordt aviveren toegepast ter verbetering van de verwerkingseigenschappen (beter verspinbaar), of van de gebruikseigenschappen (antistatisch, soepeler, glanzender, enz.).

Zo wordt van garens de greep verbeterd, door ze soepeler te maken met een appret van Turks-roodolie, een gesulfateerde ricinusolie.

In de kunststoffenindustrie wordt aviveren toegepast bij b.v. glasvezels teneinde de bundels bij het verwerken een betere samenhang te geven, maar ook om een betere hechting te bewerkstelligen tussen glas en hars bij gebruik ervan in door glasvezels versterkte kunststoffen.

< >