Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Avicenna

betekenis & definitie

(Arab. Abu ’ali Husain ibn Abdullah ibn Sina, veelal Ibn Sina), Arabisch filosoof en medicus, *980 Afsjana (bij Boekhara), †1037 Hamadan.

Voor het westen heeft Avicenna allereerst wijsgerige betekenis. Opvallend is dat zijn filosofische werken medisch aandoende titels hebben (verg. zijn Sjifa an-Nafs, wat ‘geneeskunde van de ziel’ betekent en zijn encyclopedisch filosofisch werk Kitab al-Sjifa, of ‘boek der genezing’). Zij hebben een duidelijk neoplatonistisch karakter, b.v. blijkens de stelling dat al wat concreet bestaat in hogere sfeer al gedacht is.Bij God vallen volgens Avicenna essentie (wezen) en existentie (bestaan) samen, hetgeen bij alle andere zaken niet zo hoeft te zijn: deze kunnen alleen bestaan of niet bestaan, hetgeen voor God onmogelijk is. God wordt beschouwd als een hoofdzakelijke, altijd werkzame oorzaak. Het algemene bestaat in Gods geest en vloeit via allerlei wegen naar de mensen. In het beroemde gedicht ‘over de ziel’ (Kasida) dat aan Avicenna wordt toegeschreven, komen deze metafysische (en vaak ook mystieke) aspecten duidelijk naar voren.

Avicenna verwierf al jong grote roem als medicus, m.n. door zijn medisch compendium al-Kanun fit-Tibb, dat in Latijnse vertaling Canonum Medicinae heet en dat hem de bijnaam van de Arabische Galenus bezorgde. Dit werk, dat nauwgezette beschrijvingen van allerlei ziektes bevat is tot in onze tijd gebruikt. Avicenna is echter vooral theoreticus en in mindere mate practicus.

LITT. C. de Vaux, Avicenna (1900); A.J. Arberry, Avicenna on Theology (1951); A.M. Goichon, La philosophie d’Avicenne et son influence en Europe médiévale (1951); F. Rahman, Avicenna’s psychology (1952); S.M. Afnan, Avicenna, his life and works (1958); E. Bloch, Avicenna und die aristotelische Linke (1963).

< >