Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Avesta

betekenis & definitie

[Iraans, grondtekst; Zend-Avesta = commentaar op Avesta], de verzameling heilige boeken der zoroastriërs, d.w.z. de boeken die de godsdienstleer en de liturgie bevatten, die van Zarathoestra (zie Zoroaster) afkomstig heten te zijn. Wat wij als de Avesta kennen zijn slechts fragmenten, daar onder de Sassaniden (226-636) de Avesta moet hebben bestaan uit 21 boeken (nasks) verdeeld in drie groepen van zeven.

Slechts één van die boeken is geheel, hoewel niet ongerept bewaard: de Vendidad.Van de gehele Avesta is naar schatting ongeveer ¼ bewaard gebleven:

1. Jasna (= liturgie) met de Gatha’s, een soort van lofprijzingen in versmaat op Ahoera Mazda en leringen die berusten op visionair contact met hem, die aan Zoroaster zelf worden toegeschreven. De taal (die men Gatha-avestisch of Gathisch noemt) wijkt af van die van de overige Avesta’s (aangeduid als Jongavestisch). De taal der Gatha’s is in sommige opzichten zeer ouderwets; toch is het opmerkelijk, dat de leer en de godsdienstige denkbeelden van de Gatha’s een jonger karakter vertonen dan de ten opzichte van de taal later te stellen Jashts.
2. Vendidad, priesterlijke handleiding met voorschriften voor reinheid, reiniging, boete en verzoening.
3. Jashts of Hymnen aan de vereringswaardigen (Jazata’s) die hier doorgaans antropomorf voorgesteld worden. Een van de beroemdste Jashts is die op Mithra, een godheid van licht en waarheid, die meineed en woordbreuk straft. De 19e Jasht bevat een aantal hoogst merkwaardige, half mythische, half historische overleveringen, die ten dele in de latere, Perzische mythische historie voortbestaan.
4. Nisparad, liturgische litanieën.
5. Een aantal kleinere teksten en fragmenten (b.v. Chorda-Avesta, lekenliturgie).

Omtrent de tijd van ontstaan van de Avesta heeft men geen zekerheid. Met dit vraagstuk hangt ten nauwste samen de vraag, of men in Zarathoestra een mythisch-legendarisch of een historisch persoon zien moet. Zoveel is zeker, dat de tijd van ontstaan van de oudste delen niet na, maar veeleer vroeger te stellen is dan de 7e of 6e eeuw v. C. Sinds het einde van de 18e eeuw is door westerse geleerden gewerkt aan de verklaring van deze moeilijke teksten, die voor de godsdienstwetenschap van zeer groot belang zijn, zie mazdeïsme, zie Parsen.

Uitgaven: K. Geldner, Avesta (1886-95), F. Wolff, Avesta (1910), H. Lommel, Die Jästs des Avesta (1927), J. Gershevitch, The Avestan hymn to Mithra (1959), H. Humbach, Die Gathas des Zarathustra (1960).

Woordenboek: C. Bartholomae, Altiranisches Wörterbuch (1904). [prof.dr.J.Gonda].

LITT. H. Lommel, Die Religion Zarathustras (1930); J. Duchesne-Guillemin, Zoroastre (1948); G. Widengren, Die Religionen Irans (1965).

< >