[Gr. a-ornis, zonder vogels], 65 m diep kratermeer tussen Cumae en Puteolo in Campanië. Hier werd in de oudheid de ingang gelokaliseerd, waardoor Odysseus in de onderwereld afgedaald zou zijn en waardoor Aeneas onder leiding van de Sibylle de schimmen in de Tartarus bezocht zou hebben.
Deze streek wordt door Vergilius in zijn Aeneis beschreven.