Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Autotroof

betekenis & definitie

[Gr. autos, zelf, trofe, voeding], bn., organismen die kunnen leven en zich vermenigvuldigen in een milieu zonder organische stoffen.

De meeste groene planten behoren tot de autotrofe organismen. Zij voeden zich dus met anorganische verbindingen. Hun enige koolstofbron is koolzuur; ook de elementen stikstof, zwavel en fosfor worden in anorganische vorm opgenomen (als nitraat, ammoniumzout, sulfaat en fosfaat). Uit deze grondstoffen synthetiseren zij koolhydraten, eiwitten, vetten enz. Door dit vermogen zijn zij onafhankelijk van andere organismen. De groene plant heet foto-autotroof omdat het licht de energiebron is voor de synthese (zie fotosynthese).

Chemo-autotrofe organismen (bacteriën) ontlenen energie aan de oxidatie van b.v. ammoniak of zwavelwaterstof (zie chemosynthese). Tegenover de autotrofe organismen staan de heterotrofe (mens, dier, de meeste bacteriën, alle schimmels).

< >