een deurafsluiting, meestal uitgevoerd als twee afzonderlijke, tegen elkaar sluitende deuren, die op afstand of na lichte aanraking geopend en/of gesloten worden.
Automatische deuren worden in openbare vervoermiddelen toegepast ten einde de duur van het stilstaan aan station of halte te beperken. Er bestaan uitvoeringen waarbij de deur vanzelf sluit, zodra zich geen reizigers meer in de deuropening bevinden, maar gewoonlijk wordt een centraal sluitcommando gegeven door de bestuurder of de conducteur. De bediening geschiedt met kleine elektromotoren of door een elektrisch gestuurde luchtcilinder. Het systeem is vaak zo uitgevoerd, dat elektrisch het gesloten-zijn van alle deuren wordt gemeld. De schakeling kan zelfs verhinderen dat vertrokken wordt, voordat alle deuren dicht zijn. Er bestaan ook ‘gevoelige’ deuren, die na het sluitcommando weer automatisch opengaan, als er een reiziger beklemd is geraakt.
Het openen van de deuren kan eveneens centraal geschieden; vaak wordt dit aan de reizigers overgelaten, zonodig na een centraal gegeven ontgrendelingscommando. In sommige treinen zijn ook binnenschuifdeuren automatisch uitgevoerd, in die zin, dat een lichte aanraking van de kruk leidt tot het vanzelf openen en, na enige tijd, ook weer vanzelf sluiten van de deur.
Een ander type automatische deur komt voor in hotels, restaurants, warenhuizen enz., waar een deur automatisch opent, b.v. doordat iemand bij het betreden van de deurmat een elektrisch contact bedient; een elektrische hulpschakeling zorgt dan voor het in beweging brengen van het deurmechanisme. Ook de meeste moderne liftkooien hebben automatische deuren.
