Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Autogiro

betekenis & definitie

[Gr. autos, zelf, gyros, rond], m. (-’s) (ook: molenvliegtuig), een vliegtuig met een door een motor aangedreven luchtschroef, dat in plaats van een vaste vleugel een in het horizontale vlak j draaiende rotor heeft, die tijdens het vliegen en de , aanloop daartoe niet door een motor wordt aangedreven en die de draagkracht levert.

De rotor een grote luchtschroef Autogiro bestaat meestal uit twee of drie geprofileerde bladen die scharnierend aan de verticale rotoras zijn bevestigd. De uitvinder van de autogiro, de Spanjaard Juan de la Cierva, verwezenlijkte in dit vliegtuig de gedachte de, bij de voorwaartse beweging van een vliegtuig optredende, weerstand te gebruiken om, zoals dit ook bij de wieken van een windmolen gebeurt, de rotor aan te drijven. Door diens draaiende beweging ontstaat dan op de rotor een draagkracht, die het vliegtuig in de lucht kan houden. De autogiro : heeft een korte aanloop, terwijl de daling vrijwel verticaal kan worden uitgevoerd. Verticaal stijgen kan de autogiro echter niet; dit ideaal vond zijn verwezenlijking pas in het hefschroefvliegtuig.

< >