(Po.: Oswiecim), Poolse plaats in het moerassige gebied waar de Weichsel en de Sola samenstromen. In Oostenrijk-Hongarije was Auschwitz een garnizoens- en industriestadje.
In 1918 werd Auschwitz Pools. Het is berucht geworden door het concentratiekamp, dat oorspronkelijk diende als Duits krijgsgevangenkamp voor Russen en kamp voor Poolse, niet-joodse intellectuelen en verzetsstrijders.Na een bezoek van de ss-opperbevelhebber Himmler (maart 1941) werd dit kamp uitgebreid tot een groot complex dat 100000 gevangenen zou kunnen herbergen. Er werden o.a. landbouwproefstations opgericht. De ligging in de buurt van de Oppersilezische industrie maakte Auschwitz tevens geschikt voor massale dwangarbeid. Het voornaamste doel voor de uitbreiding van Auschwitz was echter de massale uitmoording van joden: hier verrees het grootste ‘Vernichtungslager’ van het Derde Rijk. De dwangarbeid kwam voor een groot deel ten goede aan het lo-Farben-concern. Sinds 1942 draaiden de gaskamers en crematie-ovens van Auschwitz op volle toeren. Uit vrijwel alle door Duitsland beheerste landen werden joden aangevoerd.
Van de ca. 6 mln. joden die door het nationaal-socialisme zijn vermoord, zijn bijna 1,5 mln. in Auschwitz omgebracht. In totaal zijn tussen de 4 en 5 mln. gevangenen naar Auschwitz gebracht. In januari 1945 werden de weinige achtergelaten gevangenen door de Sovjettroepen bevrijd. De Poolse autoriteiten hebben het kamp ten dele geconserveerd als blijvend antinazistisch monument.
LITT. H.G.Adler en E.Lingens-Reiner, Auschwitz-Zeugnisse und Berichte (1962); L.Poliakov, Auschwitz (1964); B.Naumann, Auschwitz (1965).