Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Aura

betekenis & definitie

[Gr., luchtstroom], v. (-’s),

1. fijnstoffelijk of vluchtig omhulsel; m.n. slechts voor bijzonder begaafde personen zichtbare uitstraling die, volgens bepaalde opvattingen, elk individu omgeeft; (oneig.) sfeer of uitstraling die van een bijzonder persoon uitgaat: de Aura van een groot kunstenaar;
2. bijzondere gewaarwording die een (epileptische) aanval inleidt .

De verschijnselen zijn van zeer verschillende aard en duur. Vaak komt een sensibele aura voor: eigenaardige kriebelingen in armen of benen, maag of hartstreek, die naar het hoofd opstijgen. De van de maagstreek uitgaande aura gaat dan gepaard met misselijkheid of soms zelfs braken. Daarnaast komt de sensorische aura voor: onaangename smaak- of reukindrukken, subjectieve kleurindrukken, het zien van allerlei gestalten, plotselinge doofheid, het horen van allerlei geluiden. De motorische aura bestaat in het optreden van lichte trekkingen in armen, benen, hals of gezicht. Van psychische aura spreekt men bij gevoelens van duizeligheid, angst, lichte bewustzijnsdaling, geprikkelde stemming, sterke onrust.

< >