Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Audiovisuele middelen

betekenis & definitie

[Lat. audire, luisteren, visus, het zien], het hele pakket van technische apparatuur en programma’s bestemd voor informatieoverdracht langs de gehoor- en gezichtszintuigen van de mens.

Er staan vele audiovisuele middelen ter beschikking van het onderwijs. Daarbij is het mogelijk zonder tussenkomst van een docent informatie te presenteren aan de leerling. De leerling luistert naar de op de band geboden informatie. Af en toe wordt de band na de presentatie van een stelling automatisch stopgezet. De leerling drukt de antwoordknop in waarmee hij te kennen kan geven of de stelling volgens hem juist of onjuist is. Afhankelijk van dit antwoord geeft de meersporenrecorder een passend commentaar.

Het voordeel van dit soort middelen is, dat nieuwe informatie betrekkelijk eenvoudig kan worden opgenomen. Wanneer de band door een aantal (speciaal getrainde) docenten is samengesteld, kan de kwaliteit van het onderwijs verbeterd worden, omdat de leerstof dan niet langer afhankelijk is van de (pedagogische) kwaliteiten van de docent. De effectiviteit van het programma is afhankelijk van de kwaliteit, de mogelijkheden die de apparatuur biedt en de procedure. Procedures die erop gericht zijn de leerling actief te betrekken bij het opnemen van informatie hebben over het algemeen het beste resultaat. Dat is een opzet waarbij de leerling regelmatig kan nagaan of hij de stof op essentiële punten begrijpt.

Ogenschijnlijk lijkt het alsof de programmamakers de leerling manipuleren, maar dat is onjuist. Programmamakers kunnen alleen maar prikkels inbouwen die de gebruiker uitnodigen tot reageren. Audiovisuele middelen kunnen een bijdrage leveren aan het individualiseren van het onderwijs, omdat leerlingen in hun eigen tempo kunnen werken. Blijkt dat men iets niet begrepen heeft dan kan men zelf banden terugspoelen en informatie herhalen. Onderzoek toonde aan dat dit vooral wordt gedaan door leerlingen die hoog scoren op toetsen naar audiovisuele middelen. Een natuurkundecollege, ondersteund door deze middelen aan de Erasmusuniversiteit, Rotterdam faalangst. Deze studenten met faalangst blijken bij meer gestructureerde leersituaties (zoals te creëren bij audiovisuele middelen) betere resultaten te behalen.

LITT. W.M.van Woerden, T.M.Chang en L.J.M. van Geuns-Wiegman, Onderwijs in de maak (1973).

< >