[Lat. audire, horen, Gr. metrein, meten], v./m., het bepalen van de gevoeligheid van het menselijk gehoororgaan voor tonen van verschillende toonhoogte.
Men kan ook stellen dat audiometrie het vaststellen is van de gehoordrempel als functie van de frequentie. Op deze wijze wordt een audiogram bepaald. De audiometrie is een belangrijk onderdeel in de diagnostiek bij slechthorendheid.