Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Auden

betekenis & definitie

Wystan Hugh, Amerikaans-Engels dichter, *21.2.1907 York (Engeland), +28.9.1973 Wenen. Auden studeerde exacte wetenschappen in Oxford en werd tussen 1930 en 40 de leider van de New Country-beweging, die in die tijd de koers van de Engelse poëzie bepaalde.

Uit procommunistische overwegingen nam hij deel aan de Spaanse Burgeroorlog. Daarna emigreerde hij naar de VS, waar hij zich in 1946 liet naturaliseren.Zijn gedichten kenmerken zich door een sterk symbolische inslag; zij zijn geschreven met een scherp gevoel voor ritme en een volledige beheersing van moderne poëzietechnieken. Het feit dat Auden zo gemakkelijk de techniek van anderen assimileerde, is hem wel verweten als een gebrek aan originaliteit. Desondanks is hij een invloedrijk dichter geweest. Hij is ook als vertaler belangrijk geweest (o.a. uit het Zweeds en het Russisch) en als librettoschrijver (o.a. voor Stravinsky’s The rake’s progress). Van 1956—61 was hij hoogleraar poëzie te Oxford. Werken: poëzie: The orators (1932), The dance ofdeath (1933), Look stranger (1936), Another time (1940), The doublé man (1941), For the time being (1944), The age of anxiety (1947), The shield of Achilles (1954), Homage to Clio (1960), About the house (1966), Collected poetry (1966), Thank youfog (1974); toneel: geschreven in samenwerking met Christopher Isherwood The dog beneath the skin (1935), The ascent of F-6 (1936), On the frontier (1938), The enchafed flood (1950); een verzameling lezingen en essays: The dyer’s hand (1962).

LITT. M.K.Spears, The poetry of W.H.Auden ; B.C.Bloomfield, W.Auden, a bibliography ; J.Replogle, Auden’s poetry (1968); J.Fuller, A reader’s guide to W.Auden (1970).

< >