Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Atticisme, o

betekenis & definitie

Atticisme, o - 1. (Griekse letterkunde) het streven om het zuiver Attische dialect uit de klassieke periode in ere te herstellen ;

2. (Romeinse retorica) een richting in de le eeuw v.C. gekenmerkt door gewilde eenvoud van taal en stijl .

Het atticisme in de Griekse letterkunde ontstond als reactie tegen het opgeschroefde pathos, de gekunstelde wendingen en de verbrokkelde zinsbouw van de in het hellenistische Hein-Azië in zwang gekomen stijl (zie asianisme). De eerste belangrijke vertegenwoordigers van het atticisme waren Kaikilios van Kaleakte en Dionysios van Halikarnassos (le eeuw v.C.). In de keizertijd zegevierde de imitatie van het oude Attisch, dat men vooral bij Thoukydides, Lysias, Platoon en Demosthenes bestudeerde; het werd o.a. door Ploutarchos en Loukianos met grote vaardigheid gehanteerd en kreeg in de 2e en 3e eeuw gestalte bij de auteurs van de zgn. tweede sofistiek, zoals Herodes Attikos, Aristeides en Dioon Chrysostomos. Het atticisme betrof zowel de stilistische als de lexicologische en syntactische aspecten van de taal; men streefde ernaar zuiver Attische woorden, vormen en zegswijzen te onderscheiden van die welke tot het gangbare Grieks van de hellenistische tijd en de keizertijd behoorden (zie koine). Van de voor dit doel dienende Atticistische lexica zijn de oudste en belangrijkste verloren gegaan. Bewaard gebleven zijn die van Frynichos (in uittreksels) en van Moiris. Het atticisme heeft een kloof tussen schrijftaal en spreektaal itot stand gebracht, die in de Byzantijnse tijd nog wijder werd. Anderzijds heeft het atticisme het litteraire Grieks behoed voor desintegratie.

LITT. W.Schmid, Der Attizismus in seinen Hauptvertretern (4 dln. 1887-97); W.Norden, Die antike Kunstprosa (3e dr. 1915).

De voornaamste vertegenwoordigers van het Romeinse atticisme waren Julius Caesar, de Caesarmoordenaar Brutus en Licinius Calvus. Hun tegenstander was Cicero, die het pathos van Demosth nes als stijlideaal zag. Met het Griekse atticisme heeft het Romeinse weinig van doen.

LITT. A.Leeman, Orationis ratio (1963).

< >