At'las4 - bovenste halswervel die het hoofd draagt. In tegenstelling tot de andere wervels ontbreekt bij de atlas het wervellichaam vrijwel: de atlas is een wijde ring. In een ronde opening binnen deze ring past de tand van de zgn. draaier (tweede halswervel).
De atlas kan om de tand van de draaier heen en weer schuiven over twee gewrichtsvlakjes ter weerszijden van de tand (neenschudden). De schedel rust met de beide achterhoofdsknobbels op de krachtige zijstukken van de atlas en vormt op deze wijze een dubbelgewricht, dat het jaknikken en het zijwaartskantelen van het hoofd mogelijk maakt. De verdere bewegingen geschieden in de gewrichten van de gezamenlijke halswervels.