Zuidned. beeldhouwer *30.8.1609 Antwerpen, †23.8.1668 Antwerpen; zoon van E.Quellinus de Oude. Quellinus reisde naar Rome en maakte er kennis met het werk van Frans Duquesnoy.
In 1640 was hij terug te Antwerpen, van 1650-64 verbleef hij te Amsterdam (versiering van het Raadhuis), waarna hij zich definitief vestigde te Antwerpen. Quellinus was een voortreffelijk portrettist: borstbeeld van Lodewijk de Benavides (Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen), Anton de Graaf (Rijksmuseum, Amsterdam), Johan de Witt (Museum, Dordrecht).Ook grafmonumenten staan op zijn naam (Graaf en gravin van Immerzeel-Montmorency te Bokhoven).
Zijn naam wordt verder genoemd in verband met diverse kerkmeubelen, o.a. de reeks merkwaardige biechtstoelen in de Antwerpse Sint-Pauluskerk.
Vanaf 1640 was het werk van Quellinus toonaangevend voor de hoogbarok (Ara Coeli in de SintMichielskathedraal te Brussel; Sint-Pieter in de Sint-Andrieskerk te Antwerpen).
LITT. J.Gabriëls, A.Quellinus (1930); Cat.tent. De beeldhouwkunst in de eeuw van Rubens in de Zuidel. Nederlanden en het prinsbisdom Luik, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel (1977).
