Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Archont

betekenis & definitie

[Gr. archoon, bestuurder], m. (-en, -es), titel van leiders of magistraten in vele Griekse steden.

Het bekendst zijn de archonten van Athene, de belangrijkste magistraten na de verdwijning van het koningschap. Eerst misschien langer in functie, maar in ieder geval sinds 682 v.C. (begin van de archonteslijst) voor één jaar. Oud-archontes, die niet schuldig werden bevonden aan wanbestuur, werden voor de rest van hun leven lid van de A-Areiopagos. Sinds 487 werden de archonten niet meer gekozen, maar door loting aangewezen. De (gekozen) strategen (generaals) werden echter in de 5e eeuw v.C. de belangrijkste magistraten. De archontes bleven bestaan tot laat in de oudheid; sommige Romeinse keizers hebben dit ambt als erefunctie bekleed. Er waren negen archonten, nl. de archoon eponymos (o.a. familierecht; naar hem werd het jaar genoemd), de basileus (koning; sacrale functies), de polemarch (oorspronkelijklegeraanvoerder, later o.a. vreemdelingenrecht) en de zes thesmotheten (rechterlijke functies).

< >