Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Architectuurschilderkunst

betekenis & definitie

v., een genre in de schilderkunst, dat uitgaat van een architectonische schepping als het voornaamste onderwerp van het doek.

Vanaf de antieken tot in de nieuwe tijd kwamen regelmatig architectonische elementen in de schilderkunst voor, maar zij bleven er een onderdeel van. Na 1600 ontwikkelde de architectuurschilderkunst zich, m.n. in de Noordelijke Nederlanden, als zelfstandig genre. Aanvankelijk beeldde men gefantaseerde stadsgezichten en kerkinterieurs uit, veelal om het perspectivisch effect. Maar P.Saenredam koos bestaande interieurs als thema, en beeldde ze met grote nauwkeurigheid af, waarbij hij op meesterlijke wijze de sfeer wist te treffen. Na hem waren C.Houckgeest en E.de Witte meesters in het schilderen van stemming in licht en kleur. Het stadsgezicht had eenzelfde ontwikkeling (J.van der Heijden en de Berckheydes).

In de 18e eeuw streefde men vooral naar topografische exactheid, hetgeen soms wat dorre resultaten opleverde. In Nederland bracht in de 19e eeuw Bosboom haar weer tot bloei.

LITT. Cat. Ned. architektuurschilders 1600—1900 (1953).

< >