Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Archetype

betekenis & definitie

[Gr. archè, begin, typos, beeld], o. (-n), oervorm, vandaar: bepaalde in de (beeldende) kunst zich herhalende motieven (b.v. koning, moeder, zon, goddelijk kind);

2. (psych.) aangeboren wijze van opvatten van de werkelijkheid .

Het begrip archetype werd door C.G.Jung in de psychologie ingevoerd. Aan het begrip ligt ten grondslag de theorie van het collectief onbewuste: het zieleleven van de mens zou niet alleen bepaald worden door bewuste en onbewuste elementen, maar dit onbewuste zou nog weer onderscheiden moeten worden in een persoonlijk en een collectief onbewuste. Dit collectief onbewuste omvat allerlei inhouden, die in het voorgeslacht van de mens ‘verworven’ zouden zijn. Deze inhouden zijn de neerslag van de wijze waarop de mens sinds de oertijd reageerde op situaties van strijd, liefde, huwelijk, geboorte, dood enz. De archetypen vormen in zekere zin de herinneringen aan deze oeroude reactievormen en vormen in de mens naast het individuele archeologie. Het verrichten van met in psychische leven een eigen krachtenbron.

LITT. C.G.Jung, Archetypen (herdr. 1975).

< >