v. (-s), het in de praktijk toetsen van de nog aanwezige vermogens van een gehandicapte tot het verrichten van arbeid.
Er wordt hierbij gestreefd naar het uitdrukken van deze arbeidsvermogens in maat en getal waardoor objectieve maatstaven worden verkregen. Bovendien krijgt men een indruk waarom de gehandicapte bepaalde taken niet kan verrichten, en is het aan de hand van de verkregen gegevens soms mogelijk het arbeidsvermogen te vergroten door aanpassingen en technische voorzieningen (zie activiteiten dagelijks leven). Deze technische voorzieningen hebben tot doel de arbeid voor de gehandicapte (weer) mogelijk te maken of te vergemakkelijken. Zo is het voor de huisvrouw die zich slechts met een rolstoel kan voortbewegen niet mogelijk een normaal huishouden te bestieren. Door technische voorzieningen en aanpassingen, b.v. het hoger plaatsen van de oven, het aanpassen van de aanrecht in keukens, het verwijderen van drempels, het aanbrengen van een lift, is het mogelijk haar in staat te stellen haar huishouden te beheren met een minimum aan hulp. Ook door aanpassingen van machines op fabriek en kantoor is het vaak mogelijk de gehandicapte aan voor hem geschikt werk te helpen dan wel hem in staat te stellen zijn vroegere beroep weer uit te oefenen.
