m., begrip in de macro-economische groeitheorie, dat uitdrukking geeft aan een specifiek verband tussen de produktie en de produktiefactor arbeid.
In een speciaal geval is er een rechtevenredig verband tussen beide. De betrokken vaste coëfficiënt heet arbeidscoëfficiënt. Bij het analoge verband tussen produktie en kapitaal is sprake van de kapitaalcoëfficiënt.