v., het complex van activiteiten dat zich richt op het verkrijgen van optimale arbeidsomstandigheden van alle bij de arbeid betrokken personen.
Het begrip is omstreeks 1960 in de plaats gekomen van wat men voordien noemde ‘arbeidersbescherming’, waarmee uitsluitend bescherming van de arbeider werd beoogd. Arbeidsbescherming is een taak van de overheid.
De arbeidsbescherming vindt haar oorsprong in de bestrijding van de misstanden rondom de kinderarbeid tijdens de tweede helft van de 19e eeuw. De eerste Ned. wet was het zgn. Kinderwetje van Van Houten van 19.9.1874, waarbij het in dienst nemen of in dienst hebben van kinderen jonger dan 12 jaar strafbaar werd gesteld. In 1886 werd een parlementaire enquêtecommissie benoemd met de opdracht de toestanden in de fabrieken en werkplaatsen te onderzoeken en na te gaan hoe de wet van 1874 werd uitgevoerd. Het verslag van deze commissie van 27.7.1887 leidde tot de Arbeidswet van 1889 (bescherming van jeugdigen tot 16 jaar en vrouwen, alsmede de aanstelling van arbeidsinspecteurs). In 1895 volgde de eerste Veiligheidswet, krachtens welke wet maatregelen terzake van de veiligheid per besluit genomen konden worden.
Deze wet was ook van toepassing op volwassen arbeiders. De Arbeidswet van 1889 werd in 1919 vervangen door de thans nog van kracht zijnde Arbeidswet, terwijl de Veiligheidswet in 1934 werd herzien. Andere wetten welke arbeidsbescherming in engere zin regelen zijn: de Stoomwet 1896, Phosphorluciferwet 1901, Wet op werken onder overdruk 1905 (aanvankelijk Caissonwet geheten), Silicosewet 1921, Stuwadoorswet 1921, Huisarbeidswet 1933, Rijtijdenwet 1936, Wet op de gevaarlijke werktuigen 1952, Hinderwet 1952. In België wordt de arbeidsbescherming geregeld in de herhaalde malen gewijzigde en aangevulde besluiten van de Regent van 11.2.1946 en 27.9.1947, houdende het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming. Er bestaan talrijke bijzondere reglementeringen voor specifieke beroepen of problemen, b.v. de wet van 30.8.1919 betreffende fabricage en verkoop van fosforlucifers, de wet van 29.3.1958 betreffende ioniserende straling, het Regentsbesluit van 30.4.1947 betreffende slachthuizen, de wet van 14.7.1951 inzake de veiligheid in de bouwnijverheid, het KB van 23.9.1958 inzake fabricage en vervoer van explosieven.