Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Approbatie

betekenis & definitie

[Lat. approbare, goedkeuren], v. (-s), goedkeuring door de overheid, door een hoger gezag, m.n. goedkeuring en verlof tot drukken van een geschrift door de kerkelijke overheid, m.n. van de Rooms-Katholieke Kerk: gedrukt met Approbatie; ook de formule die deze goedkeuring behelst; in reformatorische kerken is het de goedkeuring die de vergadering moet hechten aan een beroep dat intussen door een predikant is aangenomen.

Volgens het rooms-katholiek kerkrecht is approbatie (van de paus of van de eigen bisschop) in sommige gevallen vereist, b.v. voor de vestiging van een kloostergemeenschap in een bisdom, voor de oprichting van een kerkelijke vereniging voor leken, verlof (machtiging) voor het drukken van bepaalde geschriften enz.

Vanaf de 16e eeuw had deze approbatie van drukwerken in katholieke landen de vorm van een verklaring waarin een censor uit naam van de kerkelijke overheid verklaarde dat de tekst van een te drukken boek niet in strijd was met de katholieke leer. Deze verklaring, die soms in het boek afgedrukt werd, was noodzakelijk om een boek te mogen drukken, zie privilege, zie imprimatur.

I
n reformatorische kerken wordt approbatie verleend, indien de roepende gemeente en de beroepen predikant voldaan hebben aan de in de kerkorde gestelde voorwaarden.

RECHT.

In Nederland kende men de approbatie als goedkeuring die het Hoog Militair Gerechtshof moest verlenen aan het door een krijgsraad gewezen vonnis, waarin de veroordeelde had berust. De approbatie was geen rechtsmiddel, maar een voorwaarde voor de uitvoerbaarheid van de daaraan onderworpen beslissingen. De approbatie is ontstaan uit het advies dat de stadhouder-opperbevelhebber inwon over aan hem ter goedkeuring voorgelegde vonnissen van krijgsraden; ze werd afgeschaft met ingang van 1.1.1925, toen de invoering van de rechtsgeleerde president van de krijgsraad dit controlemiddel overbodig maakte.

< >