Guillaume, eigenlijk: Wilhelm Apollinaris de Kostrowitzki, Frans dichter en schrijver, *26.8.1880 Rome, †9.11.1918 Parijs; buitenechtelijk kind van een Italiaanse officier en een Poolse. Apollinaire was gedurende enkele jaren gouverneur in Duitsland; sedert 1902 verbleef hij te Parijs.
Hij was medewerker aan litteraire bladen (o.a. Mercure de France) en na 1913 was hij het middelpunt van een groep jonge dichters en schilders. Apollinaire was vrijwilliger in de Eerste Wereldoorlog en raakte in 1916 zwaar gewond.Hij was een voortreffelijk kunstkenner en een invloedrijk dichter tussen het symbolisme en surrealisme (hij gaf deze laatste beweging haar naam). Hij was baanbreker van avantgardistische contemporaine stromingen, zoals futurisme, kubisme en orfisme (een benaming door hem gegeven aan het werk van L. Delaunay). Hij had vooral grote invloed op de moderne poëzie door zijn experimenten met vrije ritmische verzen en bij de inhoud aansluitende typografische vormen, uitingen van op de toevalligheden van het onbewuste inhakende fantasie. Werken: essays: Les peintres cubistes, méditations esthétiques (1913), Anecdotiques (1926), postuum: L’esprit nouveau et les poètes (1946); proza: L’enchanteur pourrissant (1909), L’Hérésiarque et Cie (1910), Le bestiaire ou cortège d’Orphée (1911), Le poète assassiné (1916), Le flaneur des deux rives (1918), La femme.assise (1920), Les épingles (1928), postuum: Lettres à sa marraine, 1915-1918 (1951), Tendre comme le souvenir (1952), Textes inédits (1952); toneel: Les mamelles de Tirésias (1918), Casanova (1952); dichtbundels: Alcools (1913), Calligrammes (1918), postuum: Ombre de mon amour (1947), Poèmes secrets à Madeleine (1949), Le guetteur mélancolique (1952). Uitgave: Oeuvres poétiques (1956).
LITT. P. Pia, Apollinaire par lui-même (1954); A. Rouveyre, Amour et poésie d’Apollinaire (1955); M. Daviès, Apollinaire (1964); M.J. Durry, G.
Apollinaire (1956-65); S. Bates, G. Apollinaire (1967).