[Gr. apo, weg,fysis, groei], v.,
1. kleine onregelmatige gang van stollingsgesteenten of ertsen, die uit grotere zijn voortgekomen;
2. (anatomie) uitsteeksel aan een gewricht ter verbinding met een ander gewricht of ter aanhechting van spieren.
Gepubliceerd op 31-01-2019
betekenis & definitie
[Gr. apo, weg,fysis, groei], v.,
1. kleine onregelmatige gang van stollingsgesteenten of ertsen, die uit grotere zijn voortgekomen;
2. (anatomie) uitsteeksel aan een gewricht ter verbinding met een ander gewricht of ter aanhechting van spieren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: