bergvolk in Noord-Luzon (Filippijnen). De Apayao, die ook bekend staan onder de naam Isneg, leven van primitieve landbouw, jacht en visserij.
Zij bewonen vrij permanente nederzettingen van zeer kleine omvang (enkele tientallen inwoners). De landbouw berust op de samenwerking van een echtpaar, met hulp van eventuele kinderen.Het echtpaar vormt dan ook de belangrijkste eenheid van de Isnegmaatschappij. De plaats van samenwoning van een nieuw echtpaar wordt bepaald door de beschikbaarheid van landbouwgrond en kan gedurende een huwelijk meermalen veranderen. De Apayao onderhouden reeds eeuwenlang handelscontacten met de Ilocanos in de vlakte. Is er in het economische patroon van de Apayao nog betrekkelijk weinig veranderd, in politiek-bestuurlijk opzicht heeft de 20e eeuw een duidelijke verschuiving van leiderschapscriteria te zien gegeven. Tot omstreeks de eeuwwisseling waren de Apayao koppensnellers.
De moedigste mannen waren in het sociale leven dan ook de leiders. Het Amerikaanse koloniale bestuur slaagde erin hieraan een einde te maken: meer en meer werden prestaties in het economische vlak en het bemachtigen van een baantje in het bestuur de grondslagen van leiderschap binnen de Apayaogemeenschap. Had de dreiging van de koppensnellers de Ilocanos altijd weerhouden ver in de bergen door te dringen, na 1910 begonnen zij zich meer in de binnenlanden te vestigen, waarbij zij veelal een controlerende en beheersende plaats gingen innemen. De Ilocanos brachten ook westers onderwijs. Hoewel er af en toe verzetsbewegingen tegen deze voortgaande inkapseling van de Apayao in de grotere Filippijnse maatschappij voorkwamen, gaat deze inkapseling steeds door.
LITT. J.E. Smart, The Manolay cult (in: Asian Studies, 1970).