af'handelen (handelde af, heeft afgehandeld),
1. ten einde toe behandelen;
2. (een aangelegenheid, onderwerp met iemand anders) afdoen, tot een besluit brengen; deze zaak is afgehandeld, daar hoeft niet meer over gesproken te worden; wij hebben met elkaar afgehandeld, ik wil niets meer met u te doen hebben.