[Fr., Lat. affinitas, verwantschap], v. (-en).
1. verwantschap; m.n. zwagerschap, aanverwantschap die door een geldig huwelijk ontstaat;
2. (fig.) overeenkomst waardoor personen of zaken zich tot elkaar aangetrokken voelen, resp. zich gemakkelijk bij elkaar aansluiten;
3. (chemie) geneigdheid tot het vormen van verbindingen: b.v. zuurstof heeft een grote affiniteit tot ijzer (waardoor het ijzer roest);
4. de aantrekking die bij de aanraking van twee verschillende stoffen plaatsheeft;
5. projectieve verwantschap bij afbeelding (zie betekenis 5 van dit woord) (affiene meetkunde).
