af'doppen (dopte af, heeft en is afgedopt).
1. ontdoen van de dop;
2. zich uit de peul laten doen: die erwten doppen gemakkelijk af;
3. gew., betten, afbetten;
4. gew., afdokken.
Gepubliceerd op 12-01-2019
betekenis & definitie
af'doppen (dopte af, heeft en is afgedopt).
1. ontdoen van de dop;
2. zich uit de peul laten doen: die erwten doppen gemakkelijk af;
3. gew., betten, afbetten;
4. gew., afdokken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: