aërologie' [Gr. aèr, lucht, logos, verhandeling], v., letterlijk: tak van wetenschap die zich bezighoudt met de lucht, de atmosfeer.
De aërologie wordt sinds het begin van de 20e eeuw gebruikt om dat onderdeel van de meteorologie aan te duiden, dat de waarneming en bestudering omvat van het gedeelte van de atmosfeer tussen ca. 500 m en ca. 30 km hoogte. De aërologie is gericht op onderzoek en kennis van de luchtstromingen, temperatuur- en vochtigheidstoestanden in deze lagen. Vroeger geschiedden de waarnemingen met een meteorograaf, die aan een ballon, een grote vlieger of een vliegtuig werd bevestigd. Deze methode had voor de weersvoorspelling het bezwaar dat de gegevens pas beschikbaar kwamen, als de meteorograaf was gevonden en terugbezorgd. Vliegtuigwaarnemingen werden in Nederland van 1919-39 dagelijks verricht vanuit het vliegveld Soesterberg, waarbij in 90% van de gevallen een gemiddelde hoogte van 5 km werd bereikt. Sinds 1945 wordt vrijwel overal ter wereld gebruik gemaakt van de radiosonde, die op de meeste aërologische waarnemingsstations en op de weerschepen tweemaal per dag wordt opgelaten (in Nederland te De Bilt, in België te Ukkel), nl. ’s middags en ’s nachts te 12 uur. Er zijn in Europa ongeveer 150, in NoordAmerika ongeveer 100 aërologische waarnemingsstations.
De met radiosondes bereikte hoogten liggen in het algemeen tussen 15 en 40 km. De radiosondeballon wordt tevens gebruikt om de richting en snelheid van de wind in de verschillende lagen van de atmosfeer te bepalen. Men volgt hem daartoe met een kijker (theodoliet) of met radar (er wordt dan een afzonderlijk radardoel onder de ballon bevestigd). Vaak laat men hiervoor ook een afzonderlijke ballon op (loodsballon).
De gegevens, die op deze wijze zijn verkregen (temperatuur, dauwpunt, luchtdruk) worden op thermodynamisch diagrampapier uitgezet (toestandskromme). Verder worden deze gegevens samen met de windgegevens gebruikt om kaarten van de luchtstromingen op verschillende niveaus samen te stellen. Tegenwoordig neemt men meer de gegevens van bepaalde luchtdrukvlakken, waarvan de topografie wordt getekend. Men maakt topografieën van het vlak van 850, 700, 500, 300, 200 en 100 mb. Deze vlakken worden de standaard-isobaarvlakken genoemd. De lijnen van gelijke hoogte (isohypsen) in deze kaarten vervullen dezelfde rol als de lijnen van gelijke luchtdruk (isobaren) op een kaart van een bepaald niveau (weerkaart).
Ze geven de richting en sterkte van de luchtstroming aan. Deze hoogtestroming is van grote invloed op de ontwikkeling en de beweging van de depressies en hogedrukgebieden aan het aardoppervlak. Er kunnen belangrijke gevolgtrekkingen uit worden gemaakt over het algemene weersverloop. De topografieën van de verschillende standaard-isobaarvlakken worden daarom op de meteorologische instituten op routinebasis tweemaal daags vervaardigd. Met behulp van snelle elektronische rekenmachines worden ze ook vooruitberekend voor de eerstvolgende 3 dagen. Behalve voor de algemene weersvoorspelling worden ze gebruikt voor het maken van weersverwachtingen voor de luchtvaart.
Voor speciale onderzoekingen worden bovendien verticale doorsneden door de atmosfeer getekend, die ook steunen op de gegevens, die met radiosonde en loodsballon worden verkregen. In deze doorsneden tekent men isobaren, isothermen, isotachen en soms ook lijnen van gelijke luchtvochtigheid en van gelijke potentiële temperatuur (isentropen). Om metingen in de vrije atmosfeer te verrichten laat men ook wel ballonnen in een bepaald drukvlak (dus bij een constante luchtdruk) zweven (weerballon). Door deze ballonnen in hun baan te volgen en de uitgezonden signalen op te vangen krijgt men gegevens over de toestand van de atmosfeer. Er zijn plannen om dit soort ballonnen op grote schaal te gaan gebruiken en ze te volgen vanuit aardsatellieten.
Tegenwoordig wordt vanuit weersatellieten door middel van stralingsmetingen (infrarood- of microgolfgebied) ook het verticale temperatuurprofiel van de atmosfeer bepaald. Deze metingen vormen een alternatief voor de metingen met de radiosonde. [drs.C.J.van der Ham].