Ady, Endre, Hongaars dichter, *22.11.1877 Érmindszent, ✝ 27.1.1919 Boedapest. Ady studeerde rechten in Debrečen, maar besloot journalist en schrijver te worden en debuteerde in 1899 met een bundel gedichten. In zijn artikelen kritiseerde hij de heersende feodale toestanden in Hongarije. Vanaf 1903 verbleef hij regelmatig in Parijs, dat hij bewonderde als wereldcentrum van cultuur, vrijheid en democratie en waar hij kennismaakte met Adél Brüll, die een grote invloed heeft gehad op zijn ontwikkeling en poëzie; hun tien jaar durende liefdesverhouding vormde de inspiratie voor hartstochtelijke liefdesgedichten, die iets geheel nieuws in de Hongaarse poëzie introduceerden. Zijn gedichtenbundels Uj versek (1906; Nieuwe gedichten) en Vér és arany (1907; Ned. vert.
Bloed en goud, 1935) introduceerden het symbolisme in Hongarije. Hij werd medewerker van het tijdschrift Nyugat (Het Westen) waarin de beste Hongaarse schrijvers en dichters van die tijd publiceerden. In zijn gedichten uitte hij decadente fin de siècle-gevoelens (o.a. het verlangen naar de dood), maar in het algemeen was zijn symbolische lyriek zeer geëngageerd. Uitgaven: Verzamelde werken (10 dln. 1969-73); A.Sivirsky, Endre Ady (1969).
LITT. I.Kiraly, Endre Ady (2 dln. 1972).