Aduard, Ned. gemeente in de prov. Groningen, ten noordwesten van de stad Groningen, 31,00 km2, 2800 inw.; 33,5% n.h., 31% geref. en 22% onkerkelijk (1971).
Forensengemeente; weidegebied. De gemeente bestaat uit drie dorpen met als hoofdplaats Aduard (1800 inw.). GESCHIEDENIS. Het dorp Aduard is ontstaan rond een vermaarde cisterciënzenabdij, in 1192 gesticht. In de 15e eeuw had het een abdijschool, die tijdens het bestuur van abt Hendrik van Rees (Henricus II, 1449-85) een centrum van beroemde humanisten was (o.a. Rudolphus Agricola en Wessel Gansfort). Tijdens de middeleeuwen had Aduard een belangrijk handelsverkeer met eigen schepen op Hamburg, Bremen en Stade, waar het vrijdom van tol verkreeg. Door de bloeiende economie had de abdij grote politieke en militaire macht in de Ommelanden. Er kwamen dan ook twisten en gewapende conflicten voor met Groningen, dat naijverig was op de bloei van Aduard.
In 1417 werd het klooster bestormd door de Westlauwerse Friezen. In 1580 werd de abdij verwoest en in 1594 gedeeltelijk gesloopt. De refter bleef bestaan en diende als hervormde kerk (1917—28 gerestaureerd). LITT. Kroniek van Aduard (uitg. door H.Brugmans, in Bijdr. en Med. Hist. Gen. 23, 1902); E.J.F.Smits en W.J.Formsma, Gedenkboek 750-j. bestaan van Aduard (1954).