acroparesthesie' [Gr. akron, uiteinde, en paresthesie], v. (-ën), onaangename gevoelsgewaarwording (branden, tintelen, doofheid) aan de uiteinden van de ledematen (meestal van handen) als gevolg van een gestoorde bloedsomloop of door ontsteking van de gevoelszenuwen.
Acroparesthesie kan eveneens veroorzaakt worden door druk op de gevoelszenuwen uitgeoefend in het verloop van deze zenuw; zo kan druk op een zenuw in de hals acroparesthesie in de handen ten gevolge hebben.